Rijden
WW
– halt ZAZEN = zitcheck, aarden, CB voor wachten
– bochten heupogen (met door oren kijken en brede blik)
– start zelf naar objecten G
– teugels los of in hand (vogeltje) wisselend, in halt geregeld uit handen willen trekken, ook na click, dan geen eten
– hoog andere plek =B, gele nat weer op 8 m (is minder dicht bij hek). Ook uit L. uit stap tot vlak voor hoog draf en zelf actief met zit helpen bij gele mat. M = vaak wel halt, maar over mat
– terug bal in beweging houden, vroeg cb start G, later niet. Dus niet meer vragen als het paar keer goed is gegaan.
– IKEAmat nog cb? vergeten neer te leggen
– halve ophoudingen, cb voor daarna doorlopen meestal G, laatste deel te voorwaarts in draf, door verwachting galop
– overgang terug in ritme stap: halve ophouding, daarna halt intentie ipv spierkracht groeien wel aan gedacht, M voor mij.
– bochten op heupogen start teugels los en handen op heupbotjes, helpt. Helpt niet dat Jelka nog zoekt naar objecten.
– draf buitenheup naar binnenoor, gedaan in hoeken
– lichtrijden lichter, is zadel kussen niet aan gedacht, wel staan, staan, zit G en rechtstaan
– galop meer naar voren, met billen achterhand voelen G, voelde en zat beter
– stopsignaal op mijn vraag, in 2 x na 1e x zadel af, na 2e x hoofdstel af. Geen handige volgorde omdat ik dan met zadel op arm met 1 hand hoofdstel af moet doen.
– liep na vrij naar afdak om daar halt te houden; stopsignaal? Eerder uitdagen door draven, actie etc.
– zigzag balken met pionen; rechte lijn over L en R, tussendoor over en tussen balken, langs, volte en slalom. In stap
– R arm in lucht tijdens R volte, hielp
Deken symboolknop deken af
1. Deken los op
2. Aanraken symbool deken af op grond = ‘goed’
3. deken af = click
4. Vier passen achteruit wat meer voeren, zodat tijd voor deken over
L & R