Rijden
Doen/plan. Niet meer scherp hoe het ging.
– kort(er) rijden: 30-45 min, vroeg aandraven en galop. Ook na galop nog wat andere dingen doen
– voor en na rijden symbolen aanraken
– vrij geven richting kleine opening pad
– takje in/op handen deel sessie
– na click meteen teugels los of juist aan zodat minder/geen succes met trekken
– CB voor halt als zitcheck
WW:
- bochten HEUPOGEN
- overgangen KAARS EN GROEIEN
- alles er tussenin VISSENKOM
- halt: ZAZEN
- onder me houden en voelen
- ja knikken voor atlas los
- rug minder hol door vissenkom meer kantelen, achter ook bewonen en rokje
- bochten:
- buitenschouder sturen/meenemen samen met eigen buitenschouder
- buitenheup naar binnenoor, ook in draf bij bochten niet in hoeken
- R zij lang houden (arm omhoog /kietelen)
- L om
- als L om M/F, check binnenbeen iets terug voor ruimte water
- rechter in lijf en meer achterhand
- binnenheup naar achteren fietsen, buitenteugel aan
- stap:
- zitcheck en rechtstaan
- niet meer vrij naar objecten, direct sturen en rijden
- draf
- neus meer uit op inbeelding, handen openen en liggend ei
- galop: doorspringen
- terug
- bij scheef RA: zandzak in R knie, L sch duwen met L teugel, R been 1x
- veel CB op reactie alleen bal
- handen: meer voorwaartse intentie en beweging hoofd volgen
- CB overgangen
- halve ophouding in ritme passen
- halt: hele lijf door voelen achterhand