Trainingsplan hoefslag volgen Dotje

Einddoel:
– Dotje loopt stabiel en zelfverzekerd over de hoefslag, terwijl ik op schouder-, zadel-, heuppositie meeloop of in het midden van de bak sta/meedraai.
– Eventueel in de hoeken staanders/pionen en op de hoefslag matten, balken over of balken tussendoor.
– Ter voorbereiding op teugelhulpen/lange lijnen/rijden.

Opbouw:

1. Parcours op hoefslag met om de 3 meter een voorwerp
   1. Start back chaining naar eindmat, daar voerbak ik ondertussen terug naar voorwerp voor eindmat.
   2. Voorwerp erbij.
   3. Afhankelijk van afstand en energieniveau volg van voerbak naar 3e voorwerp of ik sta bij 3e voorwerp. Hoe groter de afstand, hoe meer het uitnodigt om naar mij toe te rennen. Het hogere energieniveau kan in de weg zitten op de hoefslag.
   4. Overstap naar hoefslag rond, bij eindmat bakje voer.
2. Voorwerpen afstand uitbouwen tot mat of target in hoeken terwijl ik bij vorige voorwerp blijf staan of (richting) X
3. Meelopen zonder teugels naast schouder, buik of heupen
4. Idem met teugels

Stappen:

1. Backchaining eindmat ‘game’
   1. stemcue, kijken en wijzen naar ikeamat, vanaf afstand die groen is.
   2. zonder wijzen, tenzij geen reactie na herhalen stemcue
   3. start 2 meter
      1. richting weg (is de makkelijkste richting)
   4. Bij g afstand vergroten, bij V dan herhalen. Tot 5 a 10 meter.
   5. Balans tussen s.c. en laten meedeken en bewegen. SSFF en blijf.
   6. game = 4 voeten op ikeamat en hoofd recht. voer in bakje, ik loop daarna weg naar blauwe mat als start met spod in hand. Bij grotere afstand wachten bij voerbak en samen naar mat m.b.v. volg.
   7. Tussendoor andere oefeningen: blijf, bodyparts, terug, opstapblok etc.
2. Overstap naar hele hoefslag t.v.v. te hoog in energie, terwijl ik bij vorige voorwerp sta
   1. Op hele hoefslag voorwerpen, start om de 3 m.
   2. Wijzen en kijken vanaf vorige voorwerp.
   3. Zonder wijzen.
   4. Afstand langzaam vergroten tot 15 a 20 meter?
   5. Na opruimen parcours, voorwerpen op andere plekken.
3. Idem, mijn positie afwisselen.
   1. Afwisselend ook vanaf het pad vragen.
   2. Afwisselend ook iets van hoefslag af vragen. Vaker blijf en naar Dotje terug, dan naar voorwerp t.v.v. anticiperen.
   3. Afstand vergroten tussen Dotje en mij.
4. Meelopen
   1. Blijf na CB, ik loop naar schouder. Van daaruit vraag ik met stem, kijken en evt. wijzen voorwerp. Ik wacht tot Dotje start met lopen en loop daarna 3 meter achter haar mee.
   2. Idem, ik loop naar heup.
   3. Idem, ik loop 3 meter achter haar en hou deze afstand gelijk.
   4. Idem, heup.
   5. Idem, schouder.
   6. Hier/waar overstap invoegen ‘stap’ (‘mat’)?
5. Teugels
   1. In stilstand opfrissen.
   2. In stilstand achterlangs wisselen oefenen.
   3. Vanuit schouderpositie.
   4. Teugls doorhangend aan.
   5. Aangenomen.
   6. Meesturen in bocht?
   7. Van hoefslag of sturen (naar voorwerp).
   8. Achterlangs wisselen en andere kant op sturen (ik blijf aan binnenkant).
   9. Met buitenteugel naar voorwerp sturen.
   10. Idem, heuppositie.
   11. Idem, 3 meter achter.
   12. Afstand tussen voorwerpen uitbouwen.